1. Professionele sportkundige identiteit

Voor mij draait deze competentie om mijn eigen sportkundige identiteit. Wat past er bij mij als Sportkundige en hoe ben ik hier achter gekomen? Een aantal peilers die hierbij horen zijn:
- Reflecteren en sportbewust zijn
- Mijn professionele attitude
- Mijn loopbaan ontwikkeling en beroepsvorming. 

Hieronder zal ik uitleggen waarom ik deze competentie op niveau B heb behaald. 

Tijdens mijn studie ben ik constant bezig geweest om bewust te worden van het effect van sport. Ik ben mij bewust dat sport een enorme betekenis heeft voor de samenleving. Zowel economisch als maatschappelijk. Ik krijg er energie van om betekenisvol te zijn voor de samenleving en tegelijkertijd  ervoor te zorgen dat dat gebeurd vanuit economisch perspectief van een bedrijf. Ik heb in mijn tweede jaar stage gelopen bij FC Groningen en daar heb ik veel geleerd.

Één van de dingen die ik geleerd heb is dat je bij een bedrijf als FC Groningen sport goed kan inzetten als middel. Sport kan ingezet worden om mensen bij elkaar te brengen maar ook om bedrijven bij elkaar te brengen. De verbindende factor van sport voor de maatschappij vind ik erg mooi. Ik heb aan een schoolvoetbalproject gewerkt bij FC Groningen, waarbij FC Groningen zijn naam wilde verbinden aan het schoolvoetbal in de eigen gemeente. Hiervoor ben ik veel bezig geweest met marketing. Elke week zat ik samen met mijn stagebegeleider om te reflecteren op het proces en om te kijken wat er beter kon. Ik ben veel bezig met reflecteren op mijn eigen handelen waardoor ik mijzelf snel kan ontwikkelen. In deze gesprekken haalde ik bijvoorbeeld naar voren wat FC Groningen van mijn gedane werk vond en daarnaast dingen waar ik moeite mee had en hoe ik die dingen kon verbeteren. Ik hou ervan om daarbij feedback en opbouwende kritiek te krijgen. Door bewust te zijn van mijn eigen kunnen heb ik een goed inzicht in wat ik moet verbeteren en waar ik op moet letten met projecten. Ik heb geleerd om van te voren goed aan samenwerkingspartners te vertellen waar mijn sterke en zwakke punten liggen zodat zij zich daarvan bewust zijn en mij daar mee kunnen helpen. 

Mijn professionele attitude is zeker op niveau B. Dit komt omdat ik mij altijd professioneel opstel en klanten en samenwerkingspartners laat zien dat ik hen waardeer. In complexe situaties, zoals een heel evenement regelen, zorg ik dat ik altijd mijn samenwerkingspartners op de hoogte houd met mijn vorderingen. Een voorbeeld is het schoolvoetbalproject, waarbij ik moest samenwerking met drie oudere mannen van 70+. Ik heb mij in de gesprekken altijd goed in hun verplaatst en kreeg complimenten voor mijn goede houding toen ik met het project bezig was. Ik heb mij in hen verplaatst door te bedenken dat oudere mensen niet tegen snelle en grote veranderingen kunnen. Ik heb daarom veel geduld gehad en veel gesprekken met hen ingepland om vertrouwen op te bouwen en langzamerhand de veranderingen er door te krijgen. Een voorbeeld van een vergadering was de bijeenkomst die ik georganiseerd had met de door mij geregelde vrijwilligers (+- 25) en de organisatie. De organisatie ging presenteren wat de vrijwilligers konden verwachten. Mijn rol hierin was: 
- De bijeenkomst leiden, presenteren en zorgen dat de vrijwilligers wisten wat ze te wachten stond.
- De organisatie een goede en informatieve presentatie laten geven.
- Ervoor zorgen dat de vergadering niet te lang duurde. 
Het laatste punt was belangrijk. De organisatie informeerde erg veel over het verleden van het schoolvoetbal. Dit duurde erg lang en de vrijwilligers werden ongeduldig. Doordat ik op een gegeven moment heb ingegrepen, door te vragen aan de organisatie of ze tot de kern wilden komen en de vrijwilligers goed te informeren over de dagen zelf stelde ik mij professioneel op en nam ik de leiding op me. De vrijwilligers gaven mij complimenten op het ingrijpen en hoe ik de leiding op een professionele manier op mij nam. 

Wat ik soms lastig vond met dit project, was dat ik niet het winstoogmerk uit het oog moest verliezen voor FC Groningen. Door teveel mee te leven met de organisatie wilde ik soms teveel voor hun betekenen wat dan niet meer in het voordeel was voor FC Groningen. De organisatie wilde namelijk ook hulp bij het opstellen van het speelschema en het draaiboek van vrijwilligers. Toen ze dit vroegen gaf ik direct aan dit te willen doen maar dit had ik beter de organisatie zelf kunnen laten doen, omdat ik toen hun werk ging doen. Dus ik moet er soms voor waken dat ik niet iemand anders zijn werk ga doen. Ik kan goed inschatten hoe ik mij op kan stellen tegenover mensen en mij daarin goed in aanpassen. Met projecten die ik doe ben ik altijd open naar de mensen met wie ik samenwerk en deel ik mijn werk altijd wanneer ik iets heb gedaan. Dit doe ik niet alleen voor de mensen met wie ik samenwerk maar ook voor mezelf, want op deze manier ontwikkel ik mij het snelst en kan ik altijd streven naar expertise. 

Als laatst ben ik ook veel bezig met mijn loopbaan ontwikkeling en beroepsvorming. Dit doe ik door goede stage plekken te vinden en wat extra's te doen naast het standaard curriculum. Ik ben veel bezig om nieuwe mensen te leren kennen in het beroepsveld. Dit heb ik bijvoorbeeld gedaan door vrijwillig in het tweede jaar mee te helpen aan MTB-Ameland. Dit heb ik gedaan om te kijken of event-management wat voor mij was. Ik was als tweedejaars deels verantwoordelijk voor de eerstejaars vrijwilligers en moest ervoor zorgen dat de eerstejaars vrijwilligers wisten wat ze moesten doen. Ik stond bijvoorbeeld bij de start van het evenement en daar moest ik ervoor zorgen dat alle eerste jaar op de juiste plekken stonden en de juiste regels hanteerden voor de start van de wedstrijd. Door dit te doen kwam ik er wel achter dat ik het voor een keertje wel leuk vind om iets met evenementen te doen op het uitvoerende gebied, maar dat ik mij toch liever bezig houd met sportmarketing waarbij meer onderzoek gedaan wordt en nieuwe samenwerkingsverbanden aan te gaan met verschillende partijen. Om mij hier nog verder in te ontwikkelen heb ik ook de keuze gemaakt voor de minor NIMA A/B. Omdat ik mij in de sportmarketing wil specialiseren. Wat ik erg interessant vind is relatie/ communicatie marketing. Hier wil ik dan ook mijn afstudeerstage op gaan richten. Het is mijn doel om uiteindelijk bij een sportmarketingbureau aan de slag te gaan en als Sportkundige een positieve bijdragen leveren aan de economische en maatschappelijke waarde van de sport. 

Hieronder is de bewijslast weergegeven voor de eerste competentie van Sportkunde. Van boven naar onderen: Resultaten SLB en de reflectie over mijn stage periode bij FC Groningen.