2. Handelt methodisch en evidence informed
Bij deze competentie is de situatie als volgt. Ik (de sportkundige) moet in staat zijn om methodisch en evidence-informed te handelen. Dit houdt in als ik door bewijs geïnformeerd wordt vanuit meerdere bronnen, dat ik daar vervolgens mijn eigen conclusies aan kan hangen. Dit moet ik kunnen door praktijkvraagstukken goed te kunnen ondervragen en daarna op te lossen. Dit moet gebaseerd zijn op een zorgvuldige afweging van verschillende bronnen, en het best mogelijke antwoordt krijgen door samen te werken met stakeholders. Naast dit draag ik bij als Sportkundige aan de kennisontwikkeling van de beroepsgroep.
Om dit te ontwikkelen heb ik moeten leren hoe onderzoek gedaan wordt. Dit heb ik geleerd in verschillende hoorcolleges waarin onderzoek doen centraal stond. Deze theorie heb ik voldoende bemachtigd. Dit is te zien aan mijn resultaten van mijn tentamens. Na de theorie geleerd te hebben heb ik in mijn studieperiode tot nu toe verschillende vraagstukken onderzocht in de beroepspraktijk. Het grootste onderzoeksproject dat ik heb gedaan om deze competentie te ontwikkelen is voor het vak Sportonderzoek in jaar 2. De hoofdvraag die bij het onderzoek hoorde was: "Hoe kan de organisatie FC Groningen de supportersbeleving van de huidige supporters van FC Groningen bevorderen?" Hierbij wordt met supportersbeleving bedoeld dat FC Groningen de supporters op wedstrijddagen eerder voor de wedstrijd en langer na de wedstrijd rondom het stadion willen houden.
Met dit onderzoek wilde ik leren om goed methodisch aan het werk te gaan en in het begin uit te stippen wat alle stappen zouden zijn in het onderzoek en wat het uiteindelijke doel moest zijn voor dit onderzoek. Dit vind ik zelf fijn werken en erg belangrijk. Ik wil graag van te voren een structuur opzetten van de werkwijze en dan als het overzicht er is stap voor stap aan de slag gaan. Ik vind het hierbij niet erg als er dingen anders gaan of als er dingen tussenkomen om dat dan ook op te pakken. Als de hoofdlijnen maar duidelijk zijn. Omdat het voor FC Groningen was heb ik vanuit mijn stage bij FC Groningen meteen contact gelegd met de marketingmanager en aan hem gevraagd wat FC Groningen verwacht van het onderzoek en wat zij graag uit het onderzoek willen halen.
De werkzaamheden die ik bij dit project vooral heb uitgevoerd is het contact leggen met andere BVO's (Heracles Almelo, RKC Waalkwijk, FC Emmen, De Graafschap). Ik vind het leuk om mensen te benaderen en contact te leggen om zo aan informatie en bewijzen te komen. Zo ben ik ook naar Heracles Almelo afgereisd voor een interview, heb ik gezorgd dat iemand van RKC Waalwijk naar Groningen kwam en met de andere twee BVO's is er telefonisch een interview afgenomen. Na het verkrijgen van alle informatie via zowel deskresearch en field-research heb ik alle bruikbare informatie in het verslag opgenomen en vanuit daar uiteindelijk een conclusie kunnen trekken. Wat ik belangrijk vind bij evidence-informed werken is dat er informatie wordt verkregen vanuit verschillende mensen en bronnen. Via internet vind ik het belangrijk dat er bronnen gebruikt worden van wetenschappelijke artikelen waar ook weer gerefereerd wordt naar bronnen. Zo probeer ik altijd na te gaan of ik iets voor waarheid aan kan nemen. Via mensen vind ik het daarom ook belangrijk om meerdere soortgelijke partijen te interviewen, omdat er niet altijd één waarheid is maar meerdere dingen goed kunnen zijn. Zo kan ik dit voor mijzelf filteren en al het goede eruit halen en gebruiken.
Mijn rol in dit project was:
- Contact leggen met verschillende vergelijkbare BVO's om interviews af te nemen.
- Structuur houden in het onderzoek.
- Deskresearch uitvoeren door middel van relevante bronnen te gebruiken.
- De informatie van de interviews filteren en zo tot een goede conclusie te komen.
Wat ik lastig vond met het project was het interviewen. Ik moest goed nadenken wat voor vragen ik moest stellen om de hoofdvraag uiteindelijk beantwoord te krijgen. Ik heb dit gedaan door de interviews goed voor te bereiden met mijn samenwerkingspartner. We hebben geoefend en ik heb in de interviews de leiding genomen en gebruik gemaakt van een semi gestructureerd interview door gesloten maar ook hele open vragen te stellen, om op die manier zoveel mogelijk relevante en gerichte informatie boven tafel te krijgen.
Ik ben van mening dat ik voor deze competentie op niveau B zit, omdat het een vrij complexe hoofdvraag was waarbij veel gecommuniceerd en contact gelegd moest worden met externe partijen. Daarnaast was er bij dit onderzoek ook geen één waarheid waardoor alle informatie goed gefilterd en duidelijk op papier gezet moest worden.
Nadat het verslag af was heb ik dit ook gedeeld met alle BVO's, want ik vind het belangrijk om open te zijn naar mensen waar je mee samenwerkt en elkaar te helpen zodat er een win-win situatie ontstaat.
Naast dit project heb ik nog meer onderzoeken gedaan, dit is allemaal terug te vinden in de bewijslast documenten hieronder. Het gaat om (van boven naar beneden): Cijfers van onderzoekstentamen(s), Word document van het schoolvoetbal project van FC Groningen, verslag van het methoden en technieken onderzoek en sportonderzoek verslag over Fan engagement bij FC Groningen.